In augustus is het gelukt om een hypotheek te krijgen om de dakkas mee te betalen. Meteen zijn we op zoek gegaan naar aannemers, die een offerte konden maken. We hebben 3 aannemers benaderd die ons zijn aangeraden door Bouwadviesbedrijf Mur, die ook de technische tekeningen heeft gemaakt.
1 aannemersbedrijf gaf aan pas in april 2023 tijd te hebben voor het maken van een offerte.
1 aannemer kwam langs en maakte aantekeningen, maar is tot op heden niet met een offerte gekomen.
1 aannemer kwam met een perfect uitgewerkte offerte, die helaas ver boven ons budget uitkwam.
Nu zijn we een paar maanden verder. We hebben besloten om in het nieuwe jaar opnieuw een aantal aannemers te benaderen die ons zijn aangeraden door vrienden en buren.
Intussen zitten we niet stil. Een paar zaken uit het project hebben we naar voren getrokken, zoals het installeren van het regenwatersysteem door Just Nimbus. Dit zal aan het einde van de kerstvakantie gebeuren. Eerder schreef ik al dat we regenwater willen opvangen, en rekende ik uit hoe groot de zak moest zijn.
Project versimpelen = kosten omlaag
Doordat we de ventilatiebox en het regenwatersysteem uit het project te trekken, kunnen we de kosten omlaag brengen. Hoe dat werkt?
Rechtstreeks inkopen kan goedkoper zijn. Een aannemer huurt voor specialistische klussen ook een specialist in. Op de offerte van die specialist leggen zij ook weer een percentage om hier ook wat aan te verdienen.
Een aannemer rekent ook projectkosten als percentage van de totale aanneemsom. Als dus deelprojecten uit het totale project haalt, verlaag je ook nog eens de projectkosten.
Een simpel rekenvoorbeeld:
Mechanische ventilatie kost €2000 euro.
De aannemer wil hier ook nog wat aan verdienen en legt hier 10% bovenop en dan kost die mechanische ventilatie dus €2200 euro.
Op de hele aanneemsom rekent de aannemer ook nog 7% projectmanagementkosten. Daarmee kost die mechanische ventilatie ineens €2354,-
Als je dit zelf doet dan kun je dus theoretisch €354 euro besparen. Je moet dan wel zelf offertes aanvragen, thuisblijven tijdens de installatie en koffie zetten.
Dit lijkt kruimelwerk maar is een besparing van 17,7%. Als we nog wat van dit soort besparingen vinden dan komt onze droom van een kas op ons dak weer een stapje dichterbij.
Het belangrijkste is dat we de komende tijd een aannemer vinden die onze droom voor een redelijk bedrag wil bouwen.
Grappig genoeg wijzen de laatste tijd steeds meer mensen me op het regenwatersysteem van JustNimbus. “Is dat niet iets voor jullie dakkas?” Ha! Jazeker! We hebben Iwan zelfs al in huis gehad om te kijken of onze kruipruimte geschikt is. Daarover schreven we eerder deze blogpost.
Nu het project steeds concreter wordt, zijn we bezig met de budgetten. De waterzak willen we graag financieren vanuit een duurzaamheidslening van de gemeente Utrecht. In tegenstelling tot sommige andere gemeentes, geven de gemeente Utrecht en het waterschap Stichtse Rijnlanden helaas nog geen subsidie voor het afkoppelen van het riool. Daarmee zal de investering uit ons eigen budget moeten komen.
Maar hoe groot is die investering? Dat is afhankelijk van de maat van de waterzak. De kosten zijn gestegen sinds de vorige keer, wat gezien de inflatie geen verrassing was. De standaardmaat van de waterzak is 4500 liter. Dus ben ik gaan rekenen of dit voldoende is voor ons.
De rekensom
Om die rekensom goed te kunnen maken, is het belangrijk om te weten hoeveel water er in de zak komt, en hoeveel we eruit halen. Ons dakoppervlakte is 45m2. Jaarlijks valt er in Nederland 860 liter per m2, dus dat brengt ons op 38700 liter. Voor het verbruik heb ik op verschillende sites gekeken hoeveel liter een wasmachine per keer gebruikt (17 liter) en hoeveel liter je door het toilet spoelt als je doortrekt (ongeveer 8 liter). We hebben twee jonge kinderen dus we draaien zeker 7 wasjes per week. En op dagen dat we allemaal thuis zijn, trekken we het toilet ook nogal vaak door. In totaal kom ik op een verbruik van 1079 liter per week, dus 56108 per jaar. Dat totaal voor toiletten en wasmachine kan best wel kloppen. In 2021 hebben we namelijk 111 kuub water gebruikt, volgens de meetgegevens van Vitens. Daar zitten douchen, vaatwasser en water voor het eten en drinken bij. Een kuub water (ook aangegeven als m2) is 1000 liter.
En dan willen we natuurlijk de planten in de kas beregenen. Op verschillende sites heb ik gevonden dat een moestuin van 10m2 zo’n 60 liter water per dag nodig heeft. Nu hebben wij geen moestuin, maar hier moeten we het maar even mee doen, dus ik ga uit van 60 kratten van 40×60 cm, dus 14.4m2, dus 86,4 liter per dag. Maar omdat ik denk dat het tijdens hoogzomer sneller verdampt in een kas, doe ik het maal 2. Ik reken voor de maanden maart, april en oktober 85 liter per dag, en voor mei tot en met september reken ik met 170 liter per dag.
Dus de totalen zijn:
Regenwater: 45m2 * 860 liter = 38,7m3
Verbruik voor irritatie van de kasplantjes = 33,83m3
Verbruik voor 2 toiletten + wasmachine = 56,11 m3
Uit deze cijfers kun je dus concluderen dat je geen leidingwater nodig hebt om je kas te beregenen!
Maar deze totalen geven geen informatie over de grootte van de zak die je nodig hebt. Daarvoor moet je weten hoeveel het regent, en hoeveel eruit gaat. Liefst per dag…
Tot mijn vreugde kun je op de website van het KNMI de neerslaggegevens vinden. Zij hebben een .txt bestandje met de metingen van De Bilt beschikbaar, met alle waardes sinds 1901!
Dus ik kan rekenen met echte historische gegevens. Top! Ik heb een spreadsheetje gemaakt met daarin een kolom voor gevallen regen maal het aantal vierkante meters dak. (Let op, de waarde wordt weergegeven in tiende millimeters, dus je moet het eerst door 10 delen, en dan vermenigvuldigen met het aantal vierkante meters horizontaal dakoppervlakte). Ik heb de data van de afgelopen 5 jaar gepakt, daar zaten ook wat drogere zomers bij, namelijk. Dus van 21 juni 2017 tot 20 juni 2022.
In de kolom naast de gevallen regen heb ik het verbruik gezet. Op dagen dat we alle vier thuis zijn, trekken we vaker het toilet door, en doen we vaak ook de was. Op dagen dat we naar werk en school zijn, verbruiken we minder. En ook het water voor het beregenen van de kas heb ik erbij opgeteld.
Nu kan ik dus uitrekenen wat erin komt, en wat eruit gaat. Het zal je niet verbazen dat het saldo vaak een negatief getal zal zijn. We verbruiken immers meer water dan er uit de lucht valt.
Als de zak onder een bepaald niveau komt, wordt deze aangevuld met een beetje leidingwater. Ik weet niet precies welk niveau gehanteerd wordt, maar kijkend naar ons verbruik, heb ik 300 liter als minimumhoeveelheid aangehouden. Ik heb ook uitgerekend hoeveel drinkwater er aan de zak wordt toegevoegd.
Als de zak vol is, is er een overloop naar het riool. Dus als het saldo hoger dan 4500 is, gaat alles daarboven naar het riool.
Conclusie over onze situatie:
We verbruiken veel meer water dan dat er regen valt. Dus er moet regelmatig leidingwater bij. Als je naar het grafiekje kijkt, zie je dat de zak in de afgelopen 5 jaar maar 3 pieken boven de 3500 heeft gehad. En dat de 4500-liter-lijn maar 1 keer is aangetikt. We hadden dus maar 1 keer regenwater in het riool hebben moeten laten lopen omdat de zak vol zat. Dat zou in januari 2018 zijn geweest, omdat het toen weken achter elkaar regenachtig weer was geweest, en omdat het verbruik in de winter laag is, we beregenen dan immers niet in de kas.
Als we alleen de kasplantjes met het regenwater zouden beregenen, zou de zak heel vaak overlopen in het riool. Logisch, in de periode dat het veel regent, hebben wij nauwelijks verbruik. We zouden dan ruim 16 kuub water laten weglopen. Zonde!
Ook voor anderen interessant?
Toen ik al deze data had verzameld, vroeg Okke zich af of dit ook interessant zou kunnen zijn als je geen kas bouwt. Als je ook een dak van zo’n 45m2 hebt, en een vergelijkbaar verbruik voor je twee toiletten en wasmachine. Dat kon ik natuurlijk makkelijk uit mijn spreadsheetje halen. Kijk maar naar het grafiekje:
Je ziet hier dat de zak vaak voller zit dan in het eerste grafiekje en dat is logisch, want er is minder verbruik. De lijn tikt twee keer de 4500-liter-lijn aan, dus in 5 jaar zou er twee keer water in riool lopen omdat de zak vol zit. Dus met dat dakoppervlakte is een zak van 4500 liter bij jou ook groot zat, én je gebruikt nagenoeg elke druppel die op je dak valt. Vanuit duurzaamheidsoogpunt zeker de moeite waard, dus!
En financieel gezien?
Hoe lang duurt het om de zak terug te verdienen?
Drinkwater is veel te goedkoop in Nederland, het kost in Utrecht bijvoorbeeld maar €1.18 per 1000 liter. Je toilet doorspoelen kost minder dan 1 cent, en een wasje draaien net 2 cent. Een regenwatersysteem installeer je niet omdat het je geld bespaart, maar omdat je het belangrijk vindt voor de wereld.
Het regenwatersysteem kost €3499, inclusief installatie. Het is daarom dus veel goedkoper om de plantjes in de kas met drinkwater te beregenen. Dat zou ons namelijk maar 33.83 kuub * 1.18 = €39,90 per jaar kosten. Omdat we de wasmachine en toiletten ook aansluiten, gebruiken we elke regendruppel die op ons dak valt en besparen we jaarlijks 40,7 kuub. Dat komt neer op €48,05. Het kost dus bijna 73 jaar om het regenwatersysteem terug te verdienen. We doen dit echt vanuit overtuiging.
Stel dat je dit systeem zou willen terugverdienen in 10 jaar, dan zou een kuub water geen €1.18 moeten kosten, maar €8.60. Als dat het geval zou zijn, zouden veel minder mensen drinkwater gebruiken om het toilet mee door te spoelen…
Lange tijd zeiden we: op de kasverdieping hoeft geen verwarming te komen. In de kas zelf willen we geen tropische planten zetten. En we willen met de seizoenen mee telen, dus daar hoeft geen verwarming. En in onze huidige slaapkamer hebben we ook nooit de verwarming aan, dus waarom zouden we dat dan in de opbouw wel nodig hebben?
Toch begonnen we te twijfelen. Gaat zo’n kleine kamer van houtskeletbouw in de winter niet te koud worden? Het staat als een losse unit bovenop het huis, dus de wind heeft vrij spel. En stel dat er ooit stadsverwarming in onze buurt komt, en ze ook koeling kunnen leveren, moeten we dan die kamer niet gaan voorbereiden met bijvoorbeeld vloerverwarming? Tijdens de verbouwing ligt immers alles open… Vele vragen dus, en vooral gissen naar antwoorden.
Toen sprak ik mijn vriendin Ryanne. Zij heeft “helder en goed gemotiveerd advies” gekregen van Hilbrand Does, van Energiegarant, en raadde hem van harte aan. Gelukkig had Hilbrand op korte termijn tijd. En Ryanne had niets teveel gezegd!
Hilbrand kwam ons huis bekijken, en vertelde ons welke maatregelen we nu kunnen nemen, en welke we prima kunnen uitstellen tot de cv-ketel aan vervanging toe is. Tijdens de afspraak beantwoordde hij al onze vragen, over ventilatie, isolatie, verwarmen, koelen en verduurzamen. We hadden binnen een paar dagen een fijn, leesbaar rapport op de mail. We hebben een goed gevoel over het advies.
Wil je ook een advies? Het advies kost 300 euro. De gemeente Utrecht betaalt 250 euro terug als je binnen 2 jaar een maatregel uit het advies uitvoert. Op utrecht.nl lees je er meer over.
In een notendop gaan we dit doen:
Op de kasverdieping
Doel: warmteontwikkeling tegengaan
zonwerende coating op de ruiten tussen woon- en kasgedeelte
witte dakbedekking in plaats van zwarte, bijvoorbeeld witte bitumen of EDPM
Doel: koelen en verwarmen van de slaapkamer
kleine reversibele lucht-lucht warmtepomp (een split unit airco die kan koelen en verwarmen)
Doel: energie opwekken
De bestaande set van 8 zonnepanelen en omvormer uit 2016 bij elkaar houden, en in zijn geheel verkopen. Waarschijnlijk kunnen we de de bestaande omvormer niet meer gebruiken als we de helft van de zonnepanelen moeten verwijderen. Verkopen is dan de beste oplossing. Dat levert wat op en zo komen onze panelen toch nog goed terecht en worden ze niet weggegooid.
4 nieuwe zonnepanelen met een hoger wattpiek vermogen plaatsen (op ons nieuwe dak past helaas niet meer dan dat)
eventueel later dunne film zonnepanelen integreren in de ruiten van de kas. Dit is nog erg duur op dit moment en dit project is toch al niet goedkoop.
Op de slaapverdieping
We hebben slechte ventilatie op de slaapverdieping. Dat komt doordat de ventilatie-unit helemaal beneden staat, en lucht moet verversen op 3 verdiepingen, en dat vervolgens weer moet afvoeren via het dak. Dus de unit is erg ongunstig geplaatst.
Dat merken we dus op de slaapverdieping. Het is lastig om de stoom uit de badkamer te krijgen als er is gedoucht. Daardoor ontstaat er gemakkelijk schimmel.
Doel: ventilatie verbeteren
Hilbrand raadt ons aan om de slaapverdieping los te koppelen van de huidige ventilatie. Daardoor krijgt de ventilator het gemakkelijker om de woonverdieping te ventileren.
In een verlaagd plafond boven het toilet komt een balansventilatiesysteem, wat schone buitenlucht de overloop in blaast, en via de badkamer vieze lucht afzuigt. In de zomer is er dan ook de mogelijkheid tot passieve nachtkoeling.
Toekomstplannen
Wanneer onze CV ketel aan vervanging toe is, kunnen we vloerverwarming aanleggen op de woonverdieping, en een all-electric warmtepomp installeren. Daarmee kun je verwarmen en koelen.
We kunnen ook nog screens plaatsen op de ramen op de woonverdieping die nu zorgen voor veel warmte in de zomer om warmteontwikkeling tegen te gaan. Met een inductiekookplaat erbij zouden we dan helemaal van het gas af kunnen.
Dit speelt allemaal pas over 3 tot 5 jaar. Het geeft ons veel rust dat we dit als een los project kunnen zien, en niet tijdens het bouwen van een verdieping met kas op ons dak dit er ook nog allemaal bij moeten doen. Het is ons doel om tijdens de verbouwing in huis te blijven wonen.
En hoe gaan we dat betalen?
De balansventilatie, de vervanging van de zonnepanelen, en de reversibele lucht-lucht warmtepomp kosten rond de 8000 euro. Dit hadden we nog niet opgenomen in ons budget.
We kunnen dit bedrag opnemen in de hypotheekaanvraag voor de nieuwe verdieping, of er een duurzaamheidslening voor aanvragen bij de gemeente Utrecht. Zo’n lening heeft als voordeel dat de rente erg laag is, maar als nadeel dat de betaaltermijn veel korter is dan een hypotheek. We gaan even uitrekenen wat dat met onze maandlasten zou doen.
Het is nu een jaar nadat de commissie welstand akkoord is gegaan met het concept. Vanaf september 2021 zijn Jesper en Nick van Bouwadvies Mur bezig geweest om de schetsen van architect Mark Mutsaers te vertalen naar technische tekeningen.
In oktober kwamen ze met twee man sterk om het hele huis op te meten. Dat was nog best een uitdaging, vanwege de bocht in de gevel. Samen met het bouwdossier dat we in november kregen, lag de basis er om de bestaande situatie te tekenen. Begin december kregen we daar de tekeningen van, en kon Nick beginnen met het tekenen van de nieuwe situatie.
Ons doel was helder: de kas moet zo groot mogelijk worden, maar de slaapkamer mag geen oncomfortabel rothok worden.
Er waren meerdere uitdagingen:
Er moest een constructie komen om het gewicht van de kas, en van de plantenbakken erin te kunnen dragen
Kunnen we onze droom waarmaken dat je vanuit je bed de kas in kunt kijken?
Alle ruimtes zouden smaller worden door dikke muren met isolatiewaardes die bouwbesluitwaardig zijn
Hoe plaats je de trap om te zorgen voor een bordes bovenaan die voldoet aan het bouwbesluit?
Hoeveel zonnepanelen kunnen we houden? Hoe loopt de stroomkabel naar de meterkas?
Hoe passen we ons bed in de slaapkamer, en houden we ruimte voor hang- en legkasten?
Hoe moeten alle leidingen en doorvoeren voor ventilatie, afvoer en standleidingen lopen?
Er was eerst een plan waarbij de kas binnen de dakrand zou komen, maar dat zou een veel kleiner kasoppervlakte opleveren. Ook was er even het plan om de looprichting van de trap van de eerste naar de tweede verdieping te keren. Elke keer zochten we toch verder naar mooiere en betere oplossingen. Zo besloten we om een stukje van de toekomstige werkkamer op te offeren voor de trap, en hoeven we de trap op de woonverdieping gelukkig niet te keren.
Tijdens een gezamenlijke brainstormsessie met Mark erbij, gecombineerd met de technische kennis van Jesper zijn alle puzzels opgelost.
En nu ligt er nu een geweldige tekening! We kunnen ons al precies voorstellen hoe het straks is om door de kas te lopen. En de tekening was ook gedetailleerd genoeg om in te dienen bij de gemeente Utrecht.
Op 18 maart zijn de stukken ingediend bij de gemeente. Op 21 april kregen we bericht dat de aanvraag aan alle eisen voldeed en op 4 mei kwam het bericht dat de vergunning verleend is! We waren op dat moment op vakantie in Italië, en hebben er natuurlijk op geproost!
Daarna werd de verstrekte vergunning gepubliceerd, en begon de bezwaartermijn van 6 weken. Afgelopen week liep die af. Nu staat helemaal niets ons meer in de weg om te beginnen!
Bij een verbouwing wordt vaak gebruik gemaakt van het originele bouwdossier. Op die manier weten architecten, technisch tekenaars en constructeurs met welke materialen gewerkt is, en welke belasting deze kunnen hebben. Als er geen bouwdossier is, maken ze schattingen en nemen ze het zekere voor het onzekere. En dat kan best wel eens duurder uitkomen.
De opdracht was duidelijk: zorg dat het bouwdossier wordt gevonden. Dus onze zoektocht begon.
Bij de gemeente Utrecht kun je bouwdossiers opvragen, bij hun digitale loket. Daar staat dat je vanaf 1996 bij de gemeente zelf terecht kunt, en als je huis van 1995 of eerder is, moet je naar het Utrechts Archief. Ons huis is ontworpen in 1996, dus ik vulde het formulier in.
Ik kreeg een cryptische antwoord van de gemeente:
“Beste Evelyn, U hebt een dossier opgevraagd. Het gebouw op dit adres is volgens het Kadaster uit 1998. Wij hebben geen oprichtingsdossier van dit adres in ons archief.
Gelukkig wilden ze het me wel even uitleggen, de korte versie is: wij kunnen niks vinden, de kans is groot dat het is vernietigd… Probeer het bij het Utrechts Archief. Maar daar vonden ze ook niks. Dus, dat was nogal een domper…
Gelukkig wist een buurman te vertellen dat de originele architect Fons Verheijen was. En dat de allereerste opbouwen ontworpen zijn door Kerste-Meijer. Hier zie je hun tekeningen voor de ‘daketages’, zoals ze het zelf noemen.
En Rick Thani zou over het archief beschikken, en wellicht nog tekeningen hebben. Toen ik hem belde, was hij ontzettend vriendelijk en absoluut bereid om in zijn archief te kijken. Hij had recent nog opbouwen voor buren van ons ontworpen, dus hij dacht dat er nog wel wat was. Maar eerst ging hij met zijn bureau verhuizen, dus we moesten even geduld hebben. Drie weken later nam hij contact op. Het bouwdossier was er nog! Het bestond uit een groot aantal tekeningen op A3 formaat. Rick heeft het laten inscannen door een repro-service en naar ons toegestuurd. Bedankt, Rick!
En toen dacht ik: elke buurvrouw of -man die een opbouw wil, maakt ditzelfde rondje langs de gemeente en het archief. En ze krijgen allemaal hetzelfde antwoord als ik… Dus ik heb de gemeente gevraagd of ze de tekeningen opnieuw in hun archief wilden opnemen. En dat wilden ze wel.
Toen ze de bestanden bekeken, en het BV-nummer controleerden, bleek dat het dossier al die tijd in het archief heeft gezeten, maar op een verkeerde plek was opgeslagen… Dat gaan ze nu herstellen. Fijn voor de volgende! Maar de mensen die nu in onze straat wonen kunnen de bestanden natuurlijk ook van ons krijgen. 🙂 Scheelt weer een tientje…
Dat vroeg de buurvrouw vandaag. Een poosje geleden was er namelijk een vuurwerkbom op het basketbalveldje vlakbij afgegaan. Ik twijfelde toen of het een goed idee was, want er zal maar een nieuwe vuurwerkbom worden gelegd, en dat dan alle ruiten van je kas sneuvelen…
Gelukkig komt er geen tuindersglas in. Dat is dun en goedkoop glas. Wij moeten de kas bouwen met veiligheidsglas om doorvallen door ons te voorkomen maar ook om bestand te zijn tegen uitdagende weeromstandigheden op de 3e verdieping.
Dus we laten ons niet tegenhouden, en gaan gestaag door met ons plan! Nu zitten we in de aanloopfase naar de bouwvergunning. Dat houdt in dat de schetsen van Mark moeten worden omgezet in technische tekeningen, die voldoen aan het Bouwbesluit. En dat er constructieve berekeningen moeten worden gemaakt, om te zien of het bestaande huis zo’n kas wel kan dragen of dat er een versteviging aangebracht moet worden op ons dak.
Bouwdossier
Om dit zo soepel mogelijk te laten verlopen, hebben we bij de gemeente Utrecht het bouwdossier opgevraagd. Daar zitten technische tekeningen in van het bestaande, zodat de tekenaar niet alles opnieuw hoeft te tekenen.
Helaas heeft de gemeente het dossier niet meer. Er was een tijd dat alle dossiers ouder dan 10 jaar werden weggegooid, waaronder dat van ons huis. We werden eerst met een cryptisch mailtje naar het Utrechts Archief gestuurd, maar daar ligt helaas ook niks.
Van een buurman kreeg ik de naam van de architect die het dossier nog wel zou kunnen hebben, Rick Thani. Toen ik hem belde en het verhaal uitlegde, gaf hij aan dat hij dit dossier hoogstwaarschijnlijk nog wel heeft. Hij heeft namelijk kort geleden voor 4 andere huizen in de straat ook opbouwen getekend, die nu gebouwd worden. Het was een ontzettend leuk gesprek, hij was enthousiast over ons afwijkende plan, en gaat het dossier volgende week opsturen!
Nog een uitdaging
Naast de zoektocht naar het bouwdossier, hadden we ook nog een uitdaging met de trap. In de schetsen hebben we de trap van de slaapverdieping naar de kasverdieping, precies boven de trap van de woonverdieping naar de slaapverdieping bedacht.
Maar daarbij is geen rekening gehouden met een bordes bovenaan de trap, die naar de kasverdieping leidt. Volgens het Bouwbesluit, waarin staat waar huizen aan moeten voldoen, moet er bovenaan de trap een stuk vloer van 90 x 90 cm zijn waar je op kunt ‘landen’. En daar voldoet onze schets niet aan.
We gaan dit oplossen door op de slaapverdieping de trapopgang op een andere plek te beginnen. De trap loopt dan nog steeds van links naar rechts, zoals in de tekening, maar start een stuk verder naar links, en krijgt waarschijnlijk een onderkwart en een bovenkwart. Dat houdt in dat je trap een bocht maakt, zoals je hierboven in de schets kunt zien.
Dus nu we dit hebben opgelost, kunnen we vaart maken, en zorgen dat die technische tekeningen en constructieberekeningen er komen! En hopelijk ligt onze vergunningsaanvraag deze herfst dan nog bij de gemeente.
We hebben zelf geen verstand van kassenbouw. Dus is het belangrijk om ons goed te laten informeren en adviseren, maar wie moet je dan hebben? Ik ben begonnen met een internet zoektocht. Ik zocht naar kassenbouwers die zowel professionele kassen maken, als kassen bouwen voor particulieren. Want onze kas zit daar een beetje tussenin, het is geen klein kasje voor in een moestuin, maar ook niet de glasbouw-variant die vele hectares groot is.
In juni 2021 heb ik 4 kassenbouwers gemaild, en 3 bedrijven die veranda’s, tuinoverkappingen en serres maken. Ik wilde van ze weten of ze een kas kunnen leveren die aan onze wensen voldoet, of ze die op hoogte kunnen plaatsen, en of ze ook met ons willen meedenken.
De allereerste reactie hierop was van John Lodewijk, van Batist hobbykassen. Voor hem was onze vraag geen ‘ongewone vraag’, want ze hebben al eerder een kas bovenop een school gebouwd. Dus juist de minder alledaagse projecten sluiten goed aan.
John nodigde ons uit op 30 juni 2021 in de showroom, boven de fabriek in Wateringen. Daar hebben we een heleboel vragen gesteld, en zeer gedegen advies gekregen. Zo gaf John bijvoorbeeld aan dat we de ruiten van het kasdak nagelvast moeten verbinden, om de krachten van de wind op die hoogte te kunnen weerstaan.
Ook kregen we de standaardmaten mee, gaf hij tips over de raamopeners, welk type glas hij aanraadt en welke partij ons met schaduwdoek kan helpen. En een dag na het bezoek hadden we al een indicatie van de prijs in onze mailbox.
Met al deze informatie kunnen we door met de tekeningen voor de vergunningsaanvraag. En we hebben een heel goed gevoel bij John Lodewijk en Batist, dus ik denk dat we onze kassenbouwer gevonden hebben!
Aan begin van onze zoektocht kreeg ik van een vriend, Dennis Ketel, een artikel in de Utrechtse Internet Courant doorgestuurd, over wat je allemaal kunt doen met al die m2 dakoppervlakte. Ik besloot me verder te verdiepen in groene, gele, rode en blauwe daken.
Groene daken zijn daken waar plantjes op groeien. Dit kan van een een simpele laag sedum tot serieuze dak-akkers gaan.
Gele daken zijn daken met zonnepanelen. Dit hebben we nu. We hebben 8 zonnepanelen, en ergens in de eerste helft van 2024 hebben we de investering terugverdiend.
Rode daken zijn daken met extra leefruimte, zoals een terras.
Maar de kleur die me het meeste aansprak was het blauwe dak. Dat zijn daken die zorgen voor wateropvang. Dit is vooral belangrijk omdat de steeds heviger wordende buien het riool belasten. Vanaf het allereerste moment is het de bedoeling geweest om bij onze kas ook al het regenwater op te vangen en te gebruiken voor de gewassen. Bij sommige gemeentes krijg je al een aardige subsidie als je je regenpijp ‘afkoppelt’ van het riool, bijvoorbeeld door het water in een tank op te vangen.
Ik ben gaan zoeken of dit soort subsidies ook in Utrecht worden gegeven. Vooralsnog is dat niet zo, zo blijkt uit deze pagina op de site van de gemeente Utrecht. (Wel voor groene daken, overigens.)
Duurzame Daken Expo
Tijdens mijn onderzoekje kwam ik ook de NMU tegen, de Natuur en Milieu federatie Utrecht. Ik heb afgelopen woensdag de telefoon gepakt, en ze gewoon maar eens opgebeld. Er nam een hele aardige vrouw op, Ieke Benschop. Ze is projectleider Duurzame Daken, en vertelde me dat er in het weekend een expo zou komen over duurzame daken, en ze stuurde me een lijstje met bedrijven die kunnen helpen om je dak te verduurzamen. Superhandig!
Ik ben met mijn zoon naar die expo bij ANNE in Utrecht geweest, en het was erg leerzaam. Ik heb verschillende soorten sedum gezien, speciale dakbedekking die water op kan vangen, en ook weer kan lozen als er een flinke bui aankomt, en zonnepanelen waar planten om en onder kunnen groeien. Dat bevordert namelijk de stroomopbrengst.
Ik heb niet zo veel foto’s gemaakt, maar hier vind je een blogpost van de NMU zelf. Helemaal onderaan staat nog meer informatie over de verschillende soorten duurzame daken, met die vier kleuren.
En wat doen we zelf?
We hebben in de zomer van 2020 een regenton van 400 liter voor ons huis gezet. We gebruiken dat water voor de tuin, de balkonbakken en verwennen ook de plantjes binnen ermee. En zoals je in een eerdere blog hebt kunnen lezen, komt er in onze kruipruimte een grote waterzak waarin we al het regenwater opvangen. Dat pompen we vervolgens weer naar boven, om de planten in de kas te beregenen.
Dus ons dak wordt sowieso blauw, en je kunt ook zeggen rood (want extra leefruimte). Als het lukt om de zonnepanelen te verplaatsen naar het dak van de slaapkamer, dan wordt het ook geel, en we denken erover om op termijn ook sedum op het dak te leggen. Dit weten we nog niet helemaal zeker, omdat we straks al flink wat werk zullen hebben van de kas. Als er dan ook nog intensief onderhoud aan dat sedum moet worden gepleegd, vinden we het straks vast niet meer zo grappig…
Nadat de commissie Welstand ‘geen nee’ heeft gezegd tegen onze plannen, moest er een verfijning worden gedaan op de schetsen. De twee dakjes aan de linkerkant moesten eraf, dat was wel duidelijk. Maar hoe nu verder?
Tijdens de gesprekken met Mark dacht Okke opeens aan de veiligheid. Om te kunnen luchten in de kas, moeten er aan de beide uiteinden schuifdeuren komen, die je tijdens een hete dag kunt open zetten. We hadden bij andere kassen gezien dat er grote ventilatoren in stonden, die voor verkoeling zorgden.
Maar als je de deuren open hebt staan, en één van onze kinderen loopt op een onbewaakt moment naar boven, dan mag hij niet naar beneden vallen. Dus dat vraagt om een reling. Bij de terrassen van de andere opbouwen in de buurt wordt een reling gebruikt met een blauwe buis. Dus die hebben wij ook opgenomen in onze tekening.
Ook hebben we nog even kritisch gekeken naar het ruimtegebruik. Ons doel is een zo groot mogelijke kas, met een slaapkamer die groot genoeg is. Dus waarom zouden we de kas dan 40cm van de dakrand plaatsen? Waarom zouden we die niet pal op de dakrand zetten?
Zo kwamen we op het uiteindelijke plaatje. Dus op naar de tweede ronde bij Welstand, en hopelijk de laatste!
Op 15 juni mochten we opnieuw langs bij de commissie Welstand. We werden weer uitgenodigd voor de Zoom-vergadering, en zaten weer met gezonde spanning klaar. Ook deze keer gaf Mark eerst de context van de wijk. En hij legde ons ontwerp ook naast de opbouw-schetsen die de oorspronkelijke architect heeft gemaakt. Zoals je hieronder kunt zien, stelt die voor om de zijkant helemaal dicht te maken, met een horizontale betimmering van latten. Wat ons betreft doet dat geen recht aan de bijzonderheid van ons hoekhuis. Zeker niet omdat je ons huis meteen ziet als je de wijk in rijdt.
En toen was het de beurt aan de commissie om te reageren…
Na een paar vragen kwam het oordeel. Dit werd er gezegd:
“Steeds beter ontwerp, ik ben helemaal akkoord”
“Ik ben ook akkoord. Die pergola om de kas heen, is mooi afgestemd op architectuur van de andere huizen”
“Fantastisch plan, mooi”
“Het randelement wijkt af, op een bijzondere manier, en zoekt tegelijkertijd verbinding”
Op 26 januari 2021 was het eindelijk zo ver. We mochten ‘virtueel’ langs bij de commissie Welstand, die bestaat uit 8 mensen; architecten, burgerleden, en bouwkundigen. Het doel van deze commissie is om gemeentes te adviseren als zij aanvragen voor bouwvergunningen krijgen, die ze niet zelf kunnen beoordelen, bijvoorbeeld omdat ze afwijken van de standaard. Ze zijn een onafhankelijke commissie die oordelen of een aanvraag past binnen de straat, in de architectuur van de stad. Enerzijds lastig dat er een commissie is die oordeelt of het ‘mooi’ genoeg is, maar anderzijds ook fijn. Op die manier kan er geen discussie ontstaan als iemand in de buurt je plannen niet mooi vinden. De toets op schoonheid is immers al gedaan.
Vanwege corona werd ons plan in een video-gesprek behandeld. Voordat we dat gesprek in gingen, bereidde Mark ons voor:
Deze commissie kijkt vooral naar de architectuur. Zij zullen niet positiever naar je plan kijken vanwege jullie groene idealen.
We zijn immers van plan om het regenwater wat op het (kas)dak valt, op te slaan, en te gebruiken om de planten te beregenen. En we willen het hele jaar uit onze kas kunnen eten. Niet alleen omdat dat vaak lekkerder is dan groente uit de supermarkt, maar ook vanuit milieu-oogpunt.
Met gezonde zenuwen gingen we het gesprek in. Mark presenteerde eerst een overview van de buurt, zodat de commissie de schets in context kan beoordelen.
We wonen in een huizenblok dat van bovenaf gezien kan worden als de vleugels van een libelle. Het project heet daarom ook De Libelle.
Daarna liet hij de schets zien.
De reacties zijn wisselend. Het allergrootste struikelblok is de puntjes van het hoge gedeelte van de kas, aan de linkerkant.
Het huis van de buren op de hoek van de even kant, is dus een gespiegelde versie van ons huis. Dat zie je goed in de vogelvlucht-foto, eerder in deze blog. De kritiek was dat de symmetrie alleen in stand zou blijven, als de buren ook een kas op hun dak zouden bouwen. En die kans is niet zo groot. Dus die kritiek was eigenlijk wel terecht.
Maar het lichtpuntje is dat ze geen nee zeggen!
De commissie ziet zeker mogelijkheden om goedkeuring voor een kas als opbouw te krijgen. De voorzitter raadde ons aan om het plan nog wat verder te verfijnen, en dan nog eens langs te komen. Hij wees ons op de vrijheden die bij andere opbouwen zijn genomen. Er zijn dus best veel elementen die we kunnen gebruiken om te zorgen dat onze kas nog net iets beter in het beeld van de rest van de straat kan passen.
De grootste verrassing is trouwens dat 3 van de 8 leden wel erg enthousiast zijn over onze groene ambities. Ze zeggen dat dit een voorbeeld voor andere steden kan zijn.
Het is altijd lastig als je de pionier bent. Dan krijg je met meer kritische vragen te maken dan als je een voorbeeld volgt.